Van wederopbouw, Violenstraat tot aan “De Boerderij”
Heftig zijn de gevechten vanaf vrijdag 13 april rond en in de stad Groningen als het Canadese leger de Duitse vijand tot overgave wil dwingen. Eerst op 17 april is de stad bevrijd en groot zijn de verwoestingen in de binnenstad. De 17de eeuwse gevels aan de Grote Markt waren vernietigd, de Guldenstraat en Waagstraat bestonden niet meer, Stoeldraaierstraat en een deel van de Oude Ebbingestraat lagen in puin. Ernstig waren verwoestingen aan de Paterswoldseweg, bij het viaduct en de Kraneweg. Ook het Heereplein en de Heeresingel leverden het bewijs van de verbitterde strijd tussen de Canadese bevrijders en de Duitse vijand. In het strijdgewoel boden padvinders hulp, hielpen waar ze konden en waren actief bij de verzorging van gewonden. Ook in de dagen na de bevrijding toonden ze initiatief en droegen inmiddels weer hun uniform. Meestal enkele maten te klein, maar toch herkenbaar als padvinder.
Niet alleen De Voerman, maar alle padvindersgroepen kregen een geweldige aanwas van nieuwelingen te verwerken.
Na de jaren van Duitse bezetting is de Voermangroep tijdelijk gehuisvest op een woonark, dan bij Steegstra op de zolder bij Hans van Delft en vervolgens in het gebouw van de Nederlandse Jeugd Gemeenschap, het Jeugdgebouw, in de Violenstraat.
1946
Op 4 januari houdt De Voerman een groot groepsfeest met bal na.
Groepsfeesten waren talrijk. Veel groepen organiseerden elk jaar een feest in ouderwetse padvinderssfeer, feestelijk en stijlvol. Er werd niet gerookt, er was altijd bal na en heren werden verzocht balbloempjes te dragen. Het programma van dit groepsfeest wordt ingeleid als volgt:
“De Voerman biedt U uit zijn rijk voorziene lading hedenavond een keurcollectie uit eigen werk aan. Als we een tip van het zeil oplichten en U een bescheiden kijkje in de wagen gunnen, krijgt u een indruk van hetgeen u te zien en te horen zult krijgen.”
Het Voermanprogramma voor dit feest bestond uit tien programmaonderdelen, uitgevoerd door welpen, verkenners, voortrekkers, leidsters en leiders.
Karel Budde is al lid als de tweeling Herman en Jan Boersma 3 maart 1946 lid worden van De Voermantroep.
In Anlo wordt in 1946 het eerste Noordelijk Pinksterkamp (NPK) gehouden na de bezetting. (“Ome Wiebe-kamp”) Motto van alle NPK’s is: Gehard door brand in ’t eeuwig vuur. Van 1946 tot ca 1995 worden alle Noordelijke Pinksterkampen in Anlo gehouden.
Troepzomerkamp in Westerbork waar Karel Budde op 11 augustus wordt geïnstalleerd.
Jan en Herman Boersma worden op zondag 24 november, 10.00 uur, door hopman Bé Goldhoorn.
Kaa Jaap Bouma gaat als dienstplichtig militair naar Nederlands Indië in het kader van de politionele acties.
1947
NPK “Roest van Limburg-kamp”. Troepzomerkamp bij boer Lemmers.
Oeds Helmhout wordt op 11 oktober 1947 in Winschoten geïnstalleerd door mevrouw akela Dost als welp van horde 2 in de Sint Vitusgroep. Overige welpenleiding: akela Trijn Vennink, pita Smit en baloe Laan. Andere bekende leiders in de oranje-gedaste Sint Vitusgroep: hopman Bé Jager, hopman Idema, oûbaas Bödeker, baas Koops, Koos Nieborg, de latere hopman van troep 1.
1948
NPK “Strijdbijlkamp”.
1949
NPK “Kermiskamp”.
1950
NPK “Siertsema-kamp”. 40 Jaar Verkennen in Nederland. Nationaal Kamp in Ommen.
Op 30 december organiseert de Voerman-voortrekkersstam een oudejaarsdiner voor de gehele groep.
1951
NPK “Hoempakamp”.
De troepleiding van De Voermantroep bestaat uit hopman Jaap Bouma, en de vaandrigs Karel Budde en Jan Boersma. De tweelingbroer van Jan Boersma, Herman, is assistent welpenleider (baloe) in de Voermanhorde.
Oeds Helmhout, gids van het witte nest bij horde 2 van de Sint Vitusgroep uit Winschoten, verhuist naar Groningen en wordt op 22 april door hopman Jaap Bouma geïnstalleerd tot verkenner van de Voermantroep en zit in de Hertenpatrouille.
Op de terreinen van Paul Voerman’s “Leemkûle” in Ommen wordt op 5 en 6 juli een Voermanreünie gehouden met plm. 30 oud-leden en van 19 tot 29 juli het Jubileum-Groepszomerkamp met welpen, verkenners, voortrekkers en leiding. Totaal 70 personen! Voor de troep is het een zomerkamp vol afwisseling en avontuur: nachtoefening, dropping, kampvuren en een tweedaagse fietstocht naar Arnhem via Epe, Vaassen, Apeldoorn, Woeste Hoeve en vliegveld Terlet met overnachting in het model troephuis van de Velpse Woudlopers en een onvergetelijke terugreis naar Hattem die begint bij het Airborne Cemetery in Oosterbeek en die ons vervolgens voert over smalle bospaden door de prachtige Veluwse bossen, waar we ons vele keren tegoed doen aan de heerlijke, rijpe bosbessen.
Voor de horde is de Boerenbruiloft een onbetwist hoogtepunt met een feestmaal van maar liefst zes gangen! De hordeleiding bestond uit akela Roelie Swierenga, baloe Herman Boersma, Kaa Albert Hoeksema, raksha Anja Strating en chil Mieke Bakker.
1952
Oprichting van een padvindersdrumband in de stad Groningen. Oeds Helmhout wordt lid: tamboer, hoornblazer en tambour-maître.
De stam kampeert 18 en 19 oktober in Donderen.
Woensdag 29 oktober: Ouderavond in kampvuurstijl (met verkenners)in het CJMV-gebouw. Oûbaas Swierenga vertoont zijn eigen opgenomen smalfilms van het reüniekamp en van het jubileumgroepskamp in Hattem. (Jaren later blijkt dat zijn 8 mm. dubbel 8-smalfilms in zwart wit helaas zijn zoekgeraakt.)
Op 28 december is het Oudejaarsdiner, verzorgd door de Stam.
Erevaandrig Piet M.Hofman, haalt in het kerstnummer van De Voerman, december 1952 herinneringen op:
De kerstweek was vroeger hoogtij voor de Groene Groep. Traditioneel was de “Cantine”, welke met zorg werd ingericht en waar men voor weinig geld van alles kon kopen. Vooral op de limonade verdienden we goed en er werden meer nogablokken gegeten dan goed was voor alle gebitten. Daarna kwam de Oudejaarsbijeenkomst en later het Kerst- of Oudejaarsdiner. Dat er thans met Oudjaar nog groepsdiners worden gehouden bewijst wel dat er nog steeds traditie is in de Groene Groep.
1953
NPK “Monus-kamp”.
Op 10 en 11 januari 1953 kampeert de stam in de vrieskou in Anlo.
Op zondag 1 februari worden grote delen van Nederland geteisterd door een watersnoodramp van ongekende omvang. Leden van troep en stam maken zich verdienstelijk door te collecteren bij voorstellingen in De Harmonie en bij het verzamelen en sorteren van kledingstukken.
Mevrouw Raksha Roelie Swierenga wordt geïnstalleerd tot akela van de Voermanhorde.
De bij de verkenners populaire Hopman en Groepsleider Jaap Bouma verlaat De Voermangroep in april 1953. Baas Watze Hiddema fungeert tot november 1953 als hopman.
Oûbaas J.B.Swierenga aanvaardt de functie van groepsleider van De Voermangroep.
De Leeuwenpatrouille krijgt een nieuwe dubbeldaks patrouilletent.
Verkennerszomerkamp op terrein het Paasei, bij Junne/Ommen.
De “Endurance” de witte Bell-tent uit de beginjaren van de Groene Troep beleeft op het Paasei zijn laatste kamp.
Na het zomerkamp komt Johan Lintvelt als nieuweling bij de troep in de Leeuwenpatrouille.
Om uit het hoofd te leren: Betamethylnaphtohydrochinondisulfaatnatrium….
11 september treedt de padvindersdrumband op in de grote zaal van het Jeugdgebouw.
Op de trappen van het academiegebouw wordt in oktober 1953 een groepsfoto gemaakt door de heer Koning, vader van de verkenners (-tweeling) Henk en Jan Koning. Op deze groepsfoto staan afgebeeld:
Henk Beck, baas Herman Berghuis, Jan Bier, Jan Bloemendaal, Peter Blom, Henk Boekholt, Joop Boerema, baloe Herman Boersma, vaandrig Jan Boersma, Gerard Boddé, Dienco Bolhuis, Evert Brouwers, hopman Karel Budde, Lex Derksema, hathi Bert Evenhuis, Dick Fuchs, Wim Hamming, Henri den Hartog, Oeds Helmhout, Jan Hensema, baas Watze Hiddema, kaa Albert Hoeksema, Reinder Hoving, Alfred Hut, Jan Kloosterman jr., Jan Kloosterman sr. bagheera Thea Koerts, Henk Koning, Jan Koning, Adri vd Korst, Johan Lintvelt, Hans Luining, Loeki Meihuizen, Lex van Minnen, Harm Oosterhuis, Aalf R.Pijlman, Piet Prins, Jan Rodenburg, Rudi Rodenburg, Albert Schreuder, Jan Sikkes, Martin Spaak, Bert Suithoff, akela mevrouw Roelie Swierenga, oûbaas Jan Barend Swierenga, Henk Tiemens, Jan Voordewind. (De namen van 6 welpen zijn onbekend.)
Op 7 november is er ‘s avonds een omvangrijke troepactiviteit onder de naam “Operatie Cicero”. Het is een dropping en de deelnemende verkenners worden door welwillende ouders per auto naar een onbekend startpunt gereden. Na afloop van deze avontuurlijke avond wordt vaandrig J.Karel Budde geïnstalleerd tot hopman van de Groene Troep door oûbaas J.B. Swierenga. De ereraad en kaderpatrouille zijn erg ingenomen met deze benoeming.
De troep heeft nu als leiding: hopman Karel Budde en vaandrig Jan Boersma. Patrouilleleiders zijn: Jan Kloosterman sr. (Antilopen), Oeds Helmhout (Leeuwen), Wim Hamming, (Herten) en Jan G.Sikkes (Arenden).
Op 19 december wordt de vernieuwde Heerebrug feestelijk geopend met een grote optocht. De padvindersdrumband loopt mee met daarachter afgevaardigden van Groninger Padvindersgroepen met hun vlaggen.
In de kerstvakantie heeft de troep een spannende weekoefening voor “rovers en politie”.
1954
Op 3 januari 1954 organiseert de Stam een nieuwjaarsdiner voor de gehele groep. Als intermezzo brengt de troep Thomasvaer en Pieternel, de horde een verhaal uit de Jungle en tenslotte herstelde oûbaas Swierenga een oude traditie en vertelde het boeiende verhaal “De Rode Schakel”. Troep houdt een “ruig” Paaskamp in Schoonloo, gevolgd door de actie ‘n Heitje voor een Karweitje. De leeuwenpatrouille krijgt een konijn als patrouillemascotte: Mowgli.
Ouderavond in “Suisse” Heerestraat met filmvertoning over Padvindersleven. De Leeuwen winnen voor het eerst de patrouillewedstrijden en krijgen het “Zilveren Tentje” als wisseltrofee.
In het groepsblad De Voerman, 33e jaargang no. 9 van april 1954 staat het volgende artikel:
DROMEN ZIJN NIET ALTIJD BEDROG
…. Ik stond op een open ruimte in een groot bos. Midden op deze ruimte stond een glinsterend geval dat sterk mijn aandacht trok. Bij nadere beschouwing bleek het een klein tentje te zijn, geheel van zilver vervaardigd. Terwijl ik vol bewondering het voorwerp bekeek, werd mijn aandacht getrokken door een luid gedruis in het bos. Opkijkend zag ik vanuit een bosweggetje een vreemde stoet in de richting van de open ruimte, waarop ik mij bevond, snellen.
Voorop, machtig en imposant, een kolossale leeuw, op de voet gevolgd door een hert, wiens hijgen zelfs tot bij de tent hoorbaar was. Vrij ver achter het hert volgde een antilope. Ik kon zien dat hij z’n uiterste best deed een arend, die hem op de hielen zat, vóór te blijvenIk trok mij in de schaduw van het bos terug om te zien, wat deze wedren, want dat was het ontegenzeggelijk, tot doel had.
Enkele hindernissen, in de vorm van omgevallen bomen enz., werden door de leeuw met gemak, door de anderen met meer of minder moeite “genomen”. Luid brullend en manen-schuddend sprong de leeuw nu op het zilveren tentje af en gaf onomwonden aan zijn rivalen te kennen, dat hij zich bezitter van dit voorwerp waande.Nu drong de bedoeling van deze “race” tot mij door. Ieder van deze vier dieren had zijn best gedaan de tent te bemachtigen. Het hert –zelfverzekerd- had bij voorbaat al voorspeld de snelste zullen zijn. In zijn “eindsprint” werd het door de leeuw echter gedecideerd naar de tweede plaats verwezen. De antilope en de arend moesten zich met de derde en de vierde plaats tevreden stellen.
Terwijl de dieren, ieder op hun wijze, de leeuw geluk wensten, draaide ik mij om en verliet de “finish”. Op dit moment werd ik gewekt door de stem van m’n zoon, die aan mijn vrouw een enthousiast verhaal deed over het padvinders-paaskamp, dat zo’n succes was geworden.
En laat me nu die knaap over een zilveren tentje beginnen, die ze in de patrouillewedstrijden hadden gewonnen …
H.
– Kornelis Helmhout, 1954 (Vader Oeds Helmhout)
De winnaar van de jaarlijkse patrouillewedstrijden kreeg –naast de eer de beste patrouille te zijn- als wisseltrofee Het Zilveren Tentje: op een houten voet staat het zilveren skelet van een enkeldaks patrouilletent. Het dak van het tentje is van linnen. Nadat het Zilveren Tentje enkele jaren buiten gebruik was geweest werd het omstreeks 1951 gerestaureerd en als wisselprijs in ere hersteld. Later is het zoekgeraakt. Het is mij niet bekend of dit kleinood de brand heeft overleefd. Of staat het misschien bij een oud-lid thuis? Wie weet het te vinden?
Op Hemelvaartsdag, 27 mei 1954, werden de Districts Patrouillewedstrijden gehouden. De Leeuwenpatrouille eindigde op de 5e plaats van de 21 deelnemende patrouilles.
25 Jaar NPK. De Leeuwenpatrouille behaalde de vijfde plaats bij de NPK-wedstrijden bij een deelname van 70 patrouilles.
Van 17 tot 27 juli 1954: Verkennerzomerkamp op terrein Zeesse I, 3 km ten oosten van Ommen. Het terrein ligt midden in het bos, heeft een pomp en de Vecht ligt op 2 minuten afstand. Voortrekker Alfred Hut assisteert de verkennersleiding. Tijdens de fietstocht van Groningen naar Ommen hadden we regen van begin tot eind.
We bekwamen ons in ropespinning en jakardraaien.
Hopman Budde treedt in september 1954 terug als hoofdredacteur van het groepsblad De Voerman dat hij vijf jaar leidde en wordt opgevolgd door baas Herman Berghuis.
Op 12 september verlaat ik de leeuwenpatrouille en wordt geïnstalleerd tot troepleider.
In de nacht van 3 oktober sterft de leeuwenmascotte, het konijn Mowgli. Zijn huid wordt geprepareerd. In oktober opent de districtscommissaris tijdens een feestelijke bijeenkomst het patrouillelokaal van de Leeuwenpatrouille in het NJG Jeugdgebouw, Violenstraat. De koninklijk commissaris, prins Bernhard, gaf schriftelijk blijk van zijn belangstelling
De troep houdt een houthakkerskamp in Grollo.
1955
9 januari 1955 organiseert de stam een Nieuwjaarsdiner voor de Groene Groep in de grote zaal van het jeugdgebouw.
Op 14 januari is in dezelfde zaal een fancy fair t.g.v. 45 jaar verkennen in Nederland. Alle Nederlandse padvinders krijgen een poster met het gedicht “Indien” van Rudyard Kipling.
Zomerkamp op Laarmanshoek/Ada’s Hoeve in Ommen.
Samen met Jan Kloosterman jr. verlaat Oeds Helmhout de troep op 9 september. Beiden treden toe tot de Voermanstam als voortrekkersgasten.
1956
Op 7 januari 1956 wordt Henk Boekholt troepleider.
Mevrouw akela Roelie Swierenga verlaat de Voermanhorde en baloe Herman Boersma volgt haar op als akela.
Simon Schreijer komt als nieuweling in de Voermantroep.
Troepzomerkamp op het Varenveld bij buurtschap Junne/Ommen.
In december verlaat baas Herman Berghuis de Groene Groep.
Oeds Helmhout neemt de redactie op zich van groepsblad De Voerman.
Op oudejaarsavond is de finale van een succesvolle oliebollenactie, georganiseerd door de troep. Van de opbrengst kunnen vier 8-persoons dubbeldaks patrouilletenten worden gekocht en er blijft nog iets over voor het zomerkamp naar Engeland.
1957
De Groene Groep bestaat 40 jaar. Het groepsnieuwjaarsdiner wordt traditiegetrouw verzorgd door de voortrekkers verzorgd.
De Troep heeft haar zomerkamp in Engeland en kampeert op het terrein “Rough Close” bij Coventry met de volgende deelnemers:
Antilopenpatrouille: pl Martin Spaak, apl Simon Schreijer, Peter Blom, Henk Tiemens en Nico Jans. Arendenpatrouille: pl Henk Koning, apl Chiel Spandaw, Ernst Masdorp, Harm Kees Buiskool, Henk Beck en Gerrit vd Noord. Hertenpatrouille: pl Jan Koning, apl Lex van Minnen, Jan Hensema, Jan Bier, Joop Brink en Hans Robertus. Leeuwenpatrouille: pl Bert Groefsema, apl Dienco Bolhuis, Lex Derksema, Albert Schreuder, Johan Lintvelt en Jan Voordewind. Verkennersleiding: hopman J.Karel Budde, vaandrig Jan Boersma, troepleider Henk Boekholt. Financiën: kaa Albert Hoeksema en fourageur vt Alfred Hut. Engelse gastleiding: Derek Ashby, Richard Perry en Jeff Bolt.
De troep brengt een bezoek aan de Golden Jubilee Jamboree, bezoekt Wales en bekijkt Londen. Van dit Engeland-zomerkamp is een 8 mm. smalfilm gemaakt door hopman Karel Budde die later is overgezet op video en dvd.
Oud Groene Groepers houden een reünie op de Leemkûle in Hattem. Aanwezig zijn onder meer: Jan Barend Swierenga, Frans Oudens, Anton F.”Schets” Dekens, J.J.Mook, Piet van Wicheren, G.Ketwich Verschuur, Henny D.Hofman, Bé Mansens, Arend Hommes, J.J.Siemelink, Pé W.Idema, Geert Tekelenburg, J.Boers, J.J. van Oosten, A.Veenhoven, Jan R.T. van Weering, Wim Reilingh, Hans Tiggelman en W.J.Jager
1958
Op 5 januari is het groepsdiner in de grote zaal van het Jeugdgebouw, traditioneel verzorgd door de Stam.
Tijdens de jaarlijkse actie ’n Heitje voor een Karweitje in april verdienden Johan Lintvelt van de Leeuwen- en Simon Schreijer van de Antilopenpatrouille maar liefst ruim €.45,00 met het rijden van aangebrachte reclame op de patrouillekar van de Antilopen.
Bij de districtspatrouillewedstrijden op 7 en 8 mei in Anlo veroveren de Antilopen de tweede plaats.
De Voermantroep heeft haar zomerkamp op Zeesse I bij Ommen van 12 tot 23 juli. Van dit zomerkamp is ook een 8mm smalfilm gemaakt door hopman Karel Budde. (ook te zien op video en dvd.)
1959
In april treedt de medeoprichter van De Voerman oûbaas Jan Barend Swierenga af als groepsleider en zal kort daarop de Groene Groep (en daarmee de padvinderij) verlaten. Baas Watze Hiddema volgt Swierenga op als groepsleider.
Oeds Helmhout verhuist in mei naar Londen en verlaat De Voermangroep.
1961
De troep gaat in 1961 naar de Ardennen. Troepleiding: hopman Karel Budde, en 3 vaandrigs: Jan Boersma, Henk Boekholt en Henk Koning. Hopman Budde maakt een 8mm. smalfilm van dit zomerkamp. (Ook op video en dvd.)
Na dit zomerkamp verlaat hopman Karel Budde de Voermantroep en wordt als hopman opgevolgd door Jan Boersma.
1962
In oktober 1962 bezoeken ruim 50 oud-leden de reünie, die wordt gehouden in de Padvindersboerderij in Ommen, t.g.v. het negende lustrum. De troep kampeert achter Ada’s Hoeve en de horde logeert in de Padvindersboerderij.
1967
De Voermangroep bestaat een halve eeuw! Op de Padvindersboerderij in Ommen is een drukbezochte reünie met een feestelijke avond in het Rambonnethuis. (De 8mm. smalfilm die Oeds Helmhout van deze dag maakte is later zoekgeraakt.)
1971
Karel Budde en zijn vrouw Marty Budde-Wierenga (voorheen leiders in de Voermangroep) worden beheerders van Gilwell Ada’s Hoeve in Ommen, als opvolgers van het echtpaar Wijnmalen-de Jong.
1973
De vier Nederlandse padvinders/sters organisaties gaan samen en vormen Scouting Nederland.
Dit jaar legt Oeds Helmhout al zijn padvindersfuncties neer en treedt uit de padvindersbeweging.
(Na vertrek uit De Groene Groep/De Voerman was ik als assistent verkennersleider verbonden aan de 1st Fontainebleau Scout Groep, Fontainebleau/Frankrijk, de Montgomerygroep in Rotterdam, de Livingstonegroep in Eindhoven en de Prins Hendrikgroep in Tilburg. Gilwell Woodbadge 1962. ADV-V district West-Brabant, redacteur van het nationale padvinderstijdschrift “De Verkenner” en enkele jaren penningmeester van de plaatselijke commissie in Breda.)
1975
Jan Barend Swierenga, medeoprichter van De Groene Troep is dit jaar overleden. Samen met drie andere jongens richtte hij in 1917 De Groene Troep op. Hij werd verkenner, voortrekker, verkennersleider. Later werd hij oûbaas, de leider van de voortrekkersstam en groepsleider van De Voerman. In 1959 legde hij zijn functies neer en trad uit De Groene Groep, De Voerman.
1979
Ontstaan van het “Voerliedenpalaver”: een vriendengroep van oud-troepleden van De Voerman uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Oud-troepleden ontmoeten elkaar (met hun partner) elke twee jaar. Het Palaver draagt een besloten karakter.
1992
Een grote brand vernietigt het Groephuis van De Voermangroep evenals het omvangrijke Voermanarchief met de geschreven en gefotografeerde geschiedenis van de Groene Groep.
1993
Karel en Marty Budde leggen hun beheerderfunctie van Gilwell Ada’s Hoeve neer en gaan met pensioen.
1996
Op zondag 24 november, 10.00 uur, is het vijftig jaar geleden dat Jan Boersma en zijn tweelingbroer Herman 50 jaar werden geïnstalleerd tot verkenner van De Voermantroep.
1997
Op 12 april 1997 viert de Voermangroep haar 80-jarig bestaan met allerlei scoutingactiviteiten, een gezamenlijke maaltijd en een feestavond in- en bij haar groepsgebouw in het Groninger Beijum, in aanwezigheid van veel oud-leden.
2002
Bij haar 85-jarig bestaan in 2002 wordt weer een reünie gehouden.
2007
De Voermangroep bestaat 90 jaar.
De geschiedenis is verleden tijd.
Geschiedenis is niet alleen wat er gebeurd is.
Geschiedenis is wat mensen zich herinneren.
2009
In 2009 heb ik mijn herinneringen vastgelegd in deze “Herschreven geschiedenis van de Groene Groep, De Voerman, groep IV in Groningen”
met het motto:
“Er is traditie in de Groene Groep”